2024 - Frieslandrit
Daar was die dan, een rit zomaar op een woensdag.
En wat was het druk, onverwacht druk, de motorrijders bleven maar aankomen. Het bleek een gouden greep te zijn, zo maar die woensdag.
Na de gebruikelijke koffie in het Dorpshuis “De Botter” in Kuinre kon na controle of iedereen wel zijn/haar paspoort bij zich had vertrokken worden. We gingen immers Friesland in. Het land waar er een andere taal gesproken en geschreven wordt. Bij de grens van de provincie bleek het allemaal nogal mee te vallen en mocht iedereen gewoon door. De stoet trok gestaagd door het Friese weidelandschap en men kon genieten van piepkleine plaatsjes met onuitsprekelijke namen (gezien de rare taal). Het ging allemaal vlekkeloos. De eerste plaspauze was op een plekje vlakbij het Tsjûkemeer en in het buitenland was het met de toiletgelegenheid goed geregeld. Een heuse WC voor de dames die daar (gratis) gebruik van konden maken. De “honesty box” stond er wel en een kleine bijdrage werd gewaardeerd. Een paar eurootjes erin en iedereen kon zonder het schaamrood op de kaken te hebben weer op de motor. We willen die buitenlanders graag te vriend houden immers. En ondanks dat er veel te bepraten viel stapten we dan toch maar weer op.
Via Ouwsterhaule en later onze Oosterzee-buren kwamen we weer terug op ons startpunt, waar de lunch genuttigd zou gaan worden. Het mooie weer nodigde erg uit om buiten te blijven praten en naar al dat moois te blijven kijken, maar binnen waren soep en broodjes. De uitbater, voor het eerst bezig met zo’n grote groep rende ietwat verstrooid rond en had in zijn enthousiasme het bestek vergeten. Dit werd snel en adequaat geconstateerd door Johan R en de besteklade was snel bijgeplaatst. We konden allemaal aan het happen. Zo’n grote groep, er waren ruim 30 motorrijders! Dat viel nog niet mee voor onze jonge ondernemer. Maar het is uiteindelijk goed gelukt. Niemand heeft met een hongerige buik het tweede deel gereden. Paspoorten konden thuisblijven en we gingen de Weerribben in. Nog voor we de eerste dijk af waren kwamen we op wegwerkzaamheden. Gelukkig kende de voorrijder (Karel) de omgeving goed en werd deze hindernis zonder veel gedoe geslecht. Via Nederland (het kleine plaatsje heet inderdaad zo) en het stratencircuit van Basse zagen we de Weerribben van alle kanten. Het veen dat ooit uitgegraven werd heeft hier zijn sporen diep nagelaten. En toen ineens de kolen in Limburg gevonden werden, was het gebied “afgedaan”. De spade steekt bij wijze van spreken nog in de grond. Ook nu hadden we natuurlijk een kleine plaspauze, maar zo bleek, in het buitenland was het beter voor elkaar, hier in eigenland, geen toilet voor de dames. Die houden daar gelukkig altijd al rekening mee en hoeven niet zo vaak als de mannen. Via Ossenzijl en Slijkenburg (het kleinste dorpje van Westellingwerf met 37 inwoners) gingen we opnieuw terug naar Kuinre. Daar kon nog nagezeten worden met koffie of een andere versna pering.
Terugkijkend kunnen we alleen maar concluderen dat het een prachtige dag geweest is. En dat degene die er niet bij geweest zijn heel wat gemist hebben. Natuurlijk speelde het prachtige weer een grote rol, maar ja daar hadden we dan gewoon geluk mee. Volgend jaar nog een keertje.
Groet, Jacky van Beusekom